Mijn
boeken:
Hoe ze tot
Stand zijn
gekomen
R. J. Lees
Copyright © 2013 Marianne I. van Doorn (Vertaling)
Deze uitgave is tot stand gebracht in samenwerking met mijn moeder en vrienden, en is bestemd om deze werken ook voor Nederlandstaligen toegankelijk te maken.
Het is niet geoorloofd deze werken voor financieel gewin te publiceren. Hoewel deze bestanden kosteloos zijn, is de waarde ervan m.i. onschatbaar.
Dit manuscript is tussen een grote stapel papieren en bezittingen gevonden, kort nadat Robert James Lees' overleden was in January 1931. De vertaling is van een woordelijke weergave. Er is geen verwijzing naar `De hemelpoort', die postuum gepubliceerd is, noch naar zijn eerste boek(je) `A Corner Wall Mystery', die is gepubliceerd door Arrowsmith op 25 november 1897.
Notities van de vertaler............................................................................................................... 2
Inhoudsopgave............................................................................................................................ 3
Mijn Boeken................................................................................................................................. 4
Mijn werk met betrekking tot het
spirituele[1] verschijnselen is tot stand gekomen gedurende
een halve eeuw. Het verschil tussen spirituele en psychische verschijnselen
wordt nog niet zo erkend als het verdient. Gedurende die tijd heb ik geleerd
hoe zinloos het voor ons is om te denken dat we in staat zijn om de voorwaarden
te verwoorden onder welke de genoemde verschijnselen plaats kunnen vinden.
Psychische entiteiten
kunnen worden belemmerd of zelfs gefrustreerd, door de voorzorgsmaatregelen van
wetenschappelijke gadeslaande comitŽes, die de bewaking opstellen en het graf
verzegelen. Christus zal echter geen belemmering ondervinden voor Zijn
wederopstanding – sterker nog, hij zal amper merken dat er een poging toe
is gedaan. Tot zover zijn we slechts aan het begin van het onderzoek, en Ôwe
kunnen nog niet bevatten wat voor ons is klaargelegdÕ[2] om te ontdekken. Tot dusverre zijn velen van
ons slechts in contact gekomen met wat Bulwer Lytton Ôde bewoners op de
drempelÕ noemt.[3] Er kunnen maar heel weinig mensen zeggen dat
we tegenwoordig in staat zijn om te bevestigen met meer dan redelijke zekerheid
dat het veronderstelde Ôonontdekte landÕ daadwerkelijk bestaat. Dientengevolge
zijn we helaas onwetend van de ware aard van dat land, of de wetten die dat
land beheersen. Hoe kunnen we dan in een positie zijn om de voorwaarden zouden
kunnen bepalen waarop zij die terug zouden kunnen keren met ons zullen
communiceren? Als zij, die we geloven daar te zijn, van hier naar daar zijn
overgegaan, kunnen we zeker verwachten dat ze een superieure positie innemen.
Daarom, hoewel we oplettend moeten waken niet bedrogen te worden, zijn we verplicht
aan hun het initiatief over te laten en eerbiedig hen de gelegenheid te geven
om hun zaak volgens hun eigen regels te bewijzen.
Ik ben vele malen naar
deze conclusie geleid door de gebeurtenissen die ik zelf heb meegemaakt. Toen
Cynthus bijvoorbeeld, op mijn suggestie, de Notitie van de Vastlegger voor
ÔDoor de NevelenÕ dicteerde, aarzelde ik om dit te onderschrijven. Niet omdat
het onwaar zou zijn, maar omdat het de feiten zo bruusk stelde, dat ik het
voorlegde aan Myhanene, in de verwachting dat hij het wel wat zou matigen.
–
ÒWat is er mis mee?Ó vroeg hij.
ÒEr is niets mis mee,Ó
antwoordde ik, Òmaar stel je voor wat een sensatie dat zou scheppen.Ó
–
ÒIs dat alles? Nou, laat het dan vooral zo staan. Ik neem aan dat de
verschijning van een engel van nature een sensatie veroorzaakt. Ik zou het niet
anders willen.Ó
Zodoende is de notitie
in zijn originele vorm weergegeven, en ik ben lang geleden al heel verheugd
geweest dat het zo mocht zijn. Het heeft veel meer wegen voor mijn dienst
opengesteld door de vragen die hierdoor zijn opgekomen, dan alle andere
handelingen in mijn leven bij elkaar. Maar goed, mij is gevraagd om te
vertellen over de gebeurtenissen die hebben geleid tot het schrijven van de
boeken.
Gedurende geruime tijd
was mijn huis 2, soms wel 3 avonden opengesteld voor een groot gezelschap dat
stond te popelen hun kennismaking met Myhanene en zijn groep metgezellen die
door mij spraken, uit te breiden. De bijeenkomsten waren doorgaans vrij
informeel, zonder openingsceremonie of afsluiting of andere aanpak zoals wat er
bij een gewone sŽance wel gebeurde.
Het waren gewoon
vrijmoedige en gemakkelijke vriendelijke gesprekken, tot ŽŽn van onze vele
vrienden zijn aanwezigheid bekend maakte. Dit werd op een dusdanig natuurlijke
manier gedaan, dat nieuwkomers vaak de verandering vaak niet in de gaten
hadden, want Myhanene deed altijd zijn uiterste best om welke tekenen van
excentriciteit dan ook te vermijden. Hij hield tevens altijd in het oog dat de
hereniging plaats had tussen mede-sterfelijken die van twee kanten van het bestaan
bijeen kwamen. Hij was niet zwartgallig, maar ook niet afkerig van een grapje.
Maar elke poging om hem een test te laten doen, of om nieuwsgierigheid over de
toekomst te bevredigen, stuitte meteen op een milde terechtwijzing.
Kon echter iets, dat
hij graag een illustratie noemde, een of ander gunstig doel helpen te bereiken,
dan aarzelde hij geen moment om dat te gebruiken. De manier waarop hij dit deed
droeg vaak vel meer gewicht en was veel overtuigender voor de persoon in kwestie,
dan elke andere proef die een spitsvondige criticus kon bedenken.
Laat het volgende
incident van de waarheid hiervan getuigen.
Op een avond was
Myhanene in gesprek met een paar vrienden. Hij kwam erachter dat ŽŽn van de
dames rouwde om het recente verlies van haar enige kind, en hij kreeg te horen
dat ze dagelijks het graf bezocht om bij de kleine te zijn.
–
ÒMaar dat mag niet,Ó zei hij. ÒVoordat er een week voorbij is, zal ik een
manier hebben gevonden om te laten zien dat je kind niet dood is – dat
het niet in het graf ligt.Ó
De laatste dag van die
week was nog geen 2 uur oud, toen de dame werd gewekt doordat een gloed van
geheimzinnig licht in haar kamer straalde. Naast haar bed hield een dame haar
speelse baby in haar armen. Ze kwam naar de moeder toe, en terwijl ze de baby
aan haar wilde overhandigen, zei ze:
–
ÒHier is je baby. Houd haar vast en zie dat ze niet dood is.Ó
Maar de moeder,
volledig verrast door het onverwachte visioen, riep:
–
ÒNee, nee! Neem haar weg, ik ben overtuigd.Ó En ze begroef haar hoofd onder
de dekens.
Het visioen verbleekte
snel, maar haar moederhart was genezen.
Als Myhanene gevraagd
zou worden of dat dan geen test vormde, dan geloof ik dat hij een antwoord zou
geven als dit:
–
ÒNee, geen test. Het is –wat ik begrijp – de ware dienst van de Christus, op een manier uitgevoerd zoals Hij dit
graag zou zien.Ó
Dit voorval zal veel
duidelijker dan een langdradige beschrijving aangeven wat het karakter is van
de bijeenkomsten waar ik hierboven naar verwijs. Is het vreemd dat de paar
uitverkorenen die elke week samenkwamen, begonnen te verlangen naar een manier
om met anderen hun voorrechten te delen? In deze sympathieke gedachte ligt de
kiem van het verzoek om een boek hierover te schrijven.
Deze suggestie werd in
het begin niet zonder meer goedgekeurd door Myhanene. Maar er was een goede en
voldoende reden hiervoor. Het was de eerste keer dat hij de leiding had van een
missie over de grenzen, en hij verlangde er natuurlijk naar de beste resultaten
te bereiken. Ten behoeve hiervan had hij gezien hoe zijn eigen leider, St.
Clear, in tijden van spanning mij te hulp was gekomen, zoals naderhand
beschreven in ÒThe HereticÓ (De Ketter). Hierdoor kwam Myhanene op het idee dat
het mogelijk zou kunnen zijn om perfect te materialiseren, zodat hij op een
openbaar platform kon staan en een publiek toe spreken. Bij het nastreven van
deze hoop was hij al zover dat hij mij bezocht en gedurende geruime tijd bij me
bleef. Op verschillende geledenheden werd hij ook gezien door mijn vrouw,
Mevrouw Lees. Zijn volgende doel was toen om de vrienden te ontmoeten die zich
in mijn huis verzamelden, maar als hij het voorstel van het schrijven van een
boek zou accepteren, dan moest hij dit project dat hij zo koesterde in elk
geval voor een tijdje opzij zetten.
In zijn besluiteloosheid
werd de zaak voorgelegd aan St. Clear, op wiens advies Myhanene besloot aan het
verzoek gehoor te geven.
Duidelijk in het oog
houdend wat het primaire doel was van zijn dienstbetrekking, en de dienst die
hem gevraagd werd aan de mensheid te leveren, stelde hij voor om een man van de
straat uit te kiezen, die enerzijds niet gebonden was aan een gevestigde
rechtlijnige overtuiging, en aan de andere kant ook vrij van ondeugden. Een man
die de Ôaanraking van de natuurÕ had gevoeld, Ôdie de hele wereld verwant
maaktÕ en die door die drijfkracht in zijn leven bewogen werd. Hij zou zoÕn man
door het proces van de dood volgen, en hem toestaan zijn eenvoudige verhaal van
zijn ervaring aan de andere zijde te vertellen. Alle controverse met theologen
moest zoveel mogelijk worden vermeden, aangezien dat niet het doel was wat
bereikt moest worden. Dat was namelijk om de lotgevallen te laten vertellen die
de pelgrimsreis over een vergeten stuk van de weg die ligt tussen de
varkenstrog in het verre land en het Thuisland. Ook mochten de geografische of
andere aspecten van de omgeving niet teveel de aandacht afleiden van de aard
van de dienst die aan deze ziel verleend zou worden, die zijn gekoesterde
ideaal probeerde te bereiken.
In Aphraar vond
Myhanene al snel het model dat hij nodig had. Zijn leven was vanaf zijn
kindertijd overschaduwd door een vurig verlangen naar de moederlijke liefde die
hij nooit gekend had. Maar, om te voorkomen dat zijn verhaal afgezwakt zou
worden door verkeerde interpretaties of overdrijving die ontstonden door de
verrassingen die hij onderweg tegen zou komen, moest iemand zijn verhaal nakijken
die v——r hem een vergelijkbare ervaring had gehad, en die sinds zijn eigen
ervaring anderen in vergelijkbare omstandigheden had geholpen. Zo iemand was
heel goed voor handen in Cynthus, een lid van MyhaneneÕs eigen groep. Hij werd
meteen aangesteld als redacteur. Verder was er nog de voorwaarde dat iedereen
die met het verhaal verband zou kunnen hebben, opgeroepen kon worden ter
raadpleging.
We waren een
merkwaardig samengesteld viertal, toen we samenkwamen om met ons werk te beginnen:
En de verschillen
tussen ons waren bijna pijnlijk duidelijk. Ik leerde hierdoor ŽŽn van de
krachtigste lessen van mijn leven. Drie van ons konden onze positie met gemak
behouden, maar voor Aphraar was het heel anders. Zijn zichtbaarheid kon slechts
worden gehandhaafd door de ondersteuning die Myhanene bood, en in zekere mate
mocht Aphraar van mijn energie gebruikmaken. Tenminste twee keer gedurende onze
eerste samenkomst, verdween hij plotseling, en moest een nieuw lichaam
opgebouwd worden voor we verder konden gaan.
Met betrekking tot de
daadwerkelijke manier waarop het verhaal is ontvangen, zal men kunnen inzien
dat mijn aandeel aan deze verrichting zeer volledig en gepast wordt beschreven
met ÒvastleggerÓ. We waren zelden met minder dan vier personen bij elkaar,
gedurende onze sessies. Aphraar beschreef zijn ervaring in zijn eigen woorden,
en ik schreef het op zoals hij het dicteerde. Soms kwam Cynthus tussenbeiden
met een vraag. Andere keren bracht ŽŽn van de vrienden die een rol had gespeeld
in de gebeurtenis een correctie aan. Maar over het algemeen werd het eerste
concept zoveel mogelijk gemaakt naar de herinnering van Aphraar, tot hij
thuiskwam bij zijn moeder, waar hij op het punt stond de bevrediging te
verwerkelijken waarnaar hij zijn leven lang honger had geleden. Hij was dicht
bij het doel dat zijn eerste grote ideaal was geweest. Cynthus dacht op dat
punt een passende afsluiting te hebben bereikt voor het eerste deel, en op zijn
suggestie ging Myhanene er met enige tegenzin mee accoord.
In dit stadium was het
werk niets meer dan een kaal, onsamenhangend en levenloos overzicht, maar Cynthus
was in staat om soms zonder de regelmatige aanwezigheid van Aphraar beweging in
het verhaal aan te brengen in samenwerking met anderen die een rol hadden
gespeeld. Hij bracht tevens enige noodzakelijke achtergrond aan om een gepaste
inkleuring en perspectief aan het plaatje te verlenen. Dit werd nog steeds
gedaan door middel van dicteren, ook als het overleg vereiste, maar in de
taferelen als ÔEen Magnetische KoorzangÕ en ÔHet heiligdom van de stilteÕ nam
hij de controle over en schreef hij zijn po‘tische gedachten op, zonder enige
belemmering in de vrije uitdrukking ervan.
Dit is een korte maar
feitelijke uiteenzetting van de feiten met betrekking tot de productie van Door
de Nevelen. Ik weet heel goed, door de correspondentiestroom die gedurende de
afgelopen 17 jaar na de publicatie heeft plaatsgevonden, wat voor gedachten op
zullen komen bij velen die het bovenstaande lezen. Dit is niet de plaats om
hierop te anticiperen of te proberen ze te beantwoorden, hoewel ik misschien
ŽŽn vraag in het voorbijgaan mag stellen: ÔIs er iets dat ik heb beweerd in
tegenspraak met de stellingen die zijn gemaakt door de meest vooraanstaande wetenschappers?
Is het niet meer dan wonderlijk dat de stem van een spreker in New York door
draadloze overdracht heel duidelijk gehoord kan worden in Londen? Het is nu
zeker gevaarlijk om te zeggen dat er iets onmogelijk is.
Het Elysische Leven
gaat verder met het verhaal van Aphraar, en was op dezelfde manier geschreven.
Het enige verschil is dat de redactiezetel in dit geval was bezet door Gladone
(Blijmoedige), in plaats van Cynthus. Het omvat de periode die hij doorbracht
in het gezelschap van zijn moeder. In de eerste omhelzing, zegt hij, Òproefde
ik iets van de lieflijkheid die kan worden gevonden in de compensatie die de
hemel uitstort over degenen wiens geluk is uitgesteld.Ó Maar het duurde niet
lang, of hij ontdekte dat er andere hoogten te beklimmen waren, die pas in het
zicht komen als de piek van moederlijke liefde is bereikt. Na een tijdje was er
een andere liefde die hem riep met een onweerstaanbare stem, die hij wel moest
gehoorzamen. Ouderlijke liefde was tot een wegwijzer geworden die hem het
Goddelijke aanwees. Zijn actieve ziel verlangde ernaar om weg te gaan, zich
bewust dat zijn vertrek zijn moeder achter hem aan zou trekken. Hij wilde weg
van de psychische naar de spirituele fase, waar zij zich weldra weer bij hem
aan zou sluiten, en ze geen afscheid meer van elkaar hoefden te nemen.
Op dat punt eindigt
het tweede deel. De andere drie delen zijn meer aanvullingen op de zaken die
ontstaan door de vragen die worden besproken in Door de Nevelen, maar die een
uitgebreidere behandeling vereisten dan ze konden krijgen in de paginaÕs van
dat boek. Ze zijn eerder redactioneel dan persoonlijk, en ze zijn
dientengevolge volledig onder controle geschreven, helemaal buiten Aphraar om.
Een korte beschrijving van hun reikwijdte en de strekking kan van belang zijn voor
de meer gedetailleerde ondersteuning waartoe ze ontworpen zijn.
Er was onverwachts
behoefte aan The Heretic (De Ketter)
door de voortdurende brievenstroom die volgde. Men vroeg of de notitie van de
schrijver letterlijk moest worden genomen, en door welk ontwikkelingsproces ik
zichtbare en tastbare uitwisseling had bereikt. Myhanene las snel tussen de
regels van deze onderzoekende vragen door, en stond alleen een kort antwoord
toe, waarin gezegd werd dat het hele systeem van een dergelijke ontwikkeling
zou worden uitgelegd in een boekdeel dat werd voorbereid. Deze ontwikkeling was
niet een kwestie van alleen zitten, of met een zorgvuldig geselecteerd
gezelschap regelmatig op een zeker uur en gedurende een bepaalde tijd bijeen te
komen. Voor wie aan een oproep tot een dergelijke dienst gehoor gaf, betekende
dit een leven dat volledig was toegeweid aan de plichten en veratnwoordelijkheden
die hierop liggen. Myhanene zou eerst iedereen die streefde de lauwerkrans van
een dergelijke dienstbetrekking te dragen, eerst rustig laten overwegen wat de
prijs zou kunnen zijn die daarvoor zou moeten worden betaald, de strijd die
moet worden gestreden en de aard van de smeltkroes waarmee de noodzakelijke
verfijning zou worden veilig gesteld. Dit zijn een paar van de initiatiefasen
waardoor de ontwikkeling plaatsvond. De gedetailleerde vastlegging hiervan kan
worden gelezen in The Heretic. Ik ben
hiermee niet aan het opscheppen of aan het klagen, maar ik vermeld alleen de
naakte feiten.
Zo uniek en
uitnodigend de resultaten van mijn lange training zijn, zo ver is de manier
waarop mijn vrienden me liefdevol
hebben geleid af van de snelweg van de gebruikelijke mediamieke ervaringen. Als
ik de hoogten van de visioenen die ik heb mogen genieten op de bergtoppen niet
had gekend, dan zou ik nooit de moed hebben gehad om de schaduwen van de vallei
onder ogen te zien. Het afgeschilderde plaatje is misschien wat zwaarmoedig –
en wel veel te zwaar, durf ik wel te stellen – terwijl de toppunten van
succes navenant zijn afgezwakt. Maar de geringe dienst waar ik toe in staat ben
gesteld om te verlenen, is een beetje behulpzaam geweest voor Gods engelen, en
alles wetend wat ik nu weet, zou ik het graag allemaal weer doorstaan, om zelfs
maar een kleine fractie van de resultaten te verkrijgen die ik heb bereikt.
The Car of Phoebus (De auto van Phoebus) en The Astral Bridegroom (De sterrenbruidegom) zijn beide geschreven
om Myhanenes verlangen te bevredigen, om de aandacht te richten op de meest
eenvoudige en natuurlijke manier van uitwisseling te beginnen, en hiervan
voortdurend te genieten, met de vrienden die zijn overgegaan van de aarde: een
gezonde manier ontwikkelen om wat we zien in ons slaapleven te kunnen
onthouden. Dit is de bijbelse methode. Dit kan door de meeste mensen bereikt
worden, als het zorgvuldig wordt gecultiveerd, en het zal voor iedereen die
hierin slaagt, een manier zijn om de gedachte van de dood te elimineren. The Car of Phoebus is een voorbeeld van
perfectie waarmee de herinnering van het slaapleven kan worden gecultiveerd.
Toen ik merkte dat ik zoÕn waardevolle gave had, was mijn eerste streven om een
hint te krijgen over de identiteit van St. Clear, die me zo vaak en bijzonder
had geholpen in tijden van stress. Het verhaal dat in dit boek is verteld is
een vastlegging van wat ik heb ontdekt, wat daarna op schrift is gesteld door
GladOne (Blijmoedige) vanuit de tafelen van mijn geheugen. Het is een romance
van liefde, intrige en kwelling, tegen een achtergrond van barbaarse pracht,
met St. Clear (als Glarcees) als de held, en twee tamme leeuwen die een
leidende rol hebben. Uiteindelijk lossen zij een anderszinds ondoorgrondelijk
mysterie op.
The Astral Bridgegroom is een wat diepere studie van hetzelfde
verschijnsel: het is een waarschuwing met betrekking tot de gevolgen van het
verwaarlozen van het ontwikkelen van deze gave die in ons zit. Onwetendheid
kweekt bijgeloof, en bijgeloof cre‘ert een hele familie van drogredenen en
illusies. Cynthus, die in zijn aardse leven een vurige discipel van Pythagoras
was, onderzoekt op basis van zulk soort gegevens het idee van re•ncarnatie.
Rondom een academisch plaatje met een fascinerende sfeer van het occulte,
verzamelt hij langzamerhand een groep bewonderende critici, die elkaar
plotseling herkennen en oefenen in het doen opleven van herinneringen aan
vriendschap en omgang, die in sommige gevallen over verschillende vorige levens
uitstrekken.
Uit dit materiaal
bouwt hij een ogenschijnlijk onaantastbaar betoog op ten gunste van de heroplevende
oosterse cultus. Dan stelt hij een oude gepensioneerde uit het leger voor, die
in dezelfde strikken was gevangen toen hij in India was. Hij was echter uit het
net van de jager ontsnapt, en leerde waar de zetel van grote waanbeelden zich
bevindt. Hij gaat op pad om de heldin aan te tonen, door praktisch aan te tonen
dat de hele ellende kan worden ontmaskerd en het mysterie uitgelegd door een
betere kennis en het kweken van de mogelijkheden die voor ons openliggen in ons
slaapleven.
Zodoende zijn deze
twee boekdelen als gids en waarschuwing gekomen, met betrekking tot de twee
kanten van deze verwaarloosde studie. Ik laat het over aan anderen om zich over
de waarde van de gebruikte argumenten uit te laten. Hiertoe kan ik echter
persoonlijk getuigen, dat niet het geringste deel van de succesvolle dienst die
Myhanene en zijn helpers hebben bewerkstelligd, gelegen is in de hulp en de
troost die zij aan velen hebben verleend door hun ondersteuning in deze
richting.